THIS IS ME

Met haar kunst wil zij uitdrukking geven aan de manier waarop zij functioneert, in het leven staat. Door haar filosofische instelling en nieuwsgierigheid balanceert zij soms tussen werelden. Voor sommige mensen best ingewikkeld. ‘Ik hou van het leven’, zegt Céline Godfroy. ‘Van mensen, mooie momenten. Ik stel mij kwetsbaar op. Stoer en gevoelig tegelijk.”

Céline Godfroy heeft haar plek gevonden in Blaricum. Achter de roestige metalen poort ontvouwt zich een tuin in mediterrane stijl, die haar liefde voor Zuid-Frankrijk verraadt. Geen grasveldje, geen hortensia’s, geen leilindes – wel golvend siergras, wit grind, terracotta sierpotten en buitenmeubels van gevlochten touw onder een weelderige dakplataan, die de cour met een groot gebaar vrijwel overdekt. Een banier, enigszins verweerd en rafelig door weer en wind, wijst de weg naar het atelier van Céline, rechtsachter in de tuin. Een zwarte, gepotdekselde corridor verbindt het atelier met een gelijkvormig guesthouse. Twee totaal verschillende belevingen onder twee identieke puntdaken. ‘Ik huurde hier aan de overkant woonruimte en toen kwam dit huisje vrij. Een beetje verwaarloosd en overwoekerd, maar ik kon er doorheen kijken. De plek, de zonligging, de locatie in het dorp. Ik kan overal aarden als de plek goed voelt. Door de jaren heen is het stap voor stap opgeknapt en uitgebouwd. Behouden wat goed is en de rest beter maken. Ik wilde die zomerse, Zuid-Franse sfeer. De plataan staat daar niet alleen voor de sier, maar heeft ook een functie. Je hebt hier de hele dag zon, dus een beetje schaduw is fijn. Daar waar ik terechtkom, maak ik mijn thuis. Daar ligt mijn hart. In mijn leven ben ik 21 keer verhuisd en iedere keer hijs ik de vlag en maak er een feestje van. Op een dag zie ik mijzelf ook best ergens in Frankrijk te
wonen. Ik kan mij enorm verbinden aan een plek, maar sta ook open voor iets nieuws.’

MONUMENTAAL WERK
In haar atelier zie je veel recent werk, in sommige gevallen nog niet helemaal af. Een enkel figuratief werk, maar Céline’s voorkeur voor de abstracte schilderkunst spat er toch wel vanaf. ‘Abstract, monumentaal werk, dat ligt mij wel,’ zegt zij. ‘Dat manifesteerde zich al op de Kunstacademie Utrecht (HKU). In 1987 heb ik die opleiding afgerond, maar ja, als vrij kunstenaar verdien je helemaal niets. Daarom heb ik als grafisch vormgever nog in de reclame en bij VT Wonen gewerkt. Ik had een gedegen achtergrond, heb schilderles gegeven, kreeg regelmatig opdrachten. Portretten, het visualiseren van de filosofie van bedrijven. Op een gegeven moment dacht ik: ik ga het gewoon doen. Je volgt je hart en passie en kiest voor de kunst. Ik heb altijd veel vrij werk gemaakt. Onder andere raakte ik gefascineerd door museale ruimtes, de interieurs van kerken en kloosters in Zuid-Limburg, waar ik ben geboren. Je hoort het nog wel aan mijn accent, dat raak je nooit meer helemaal kwijt. Die monumentale, indrukwekkende interieurs… Je kunt soms niet bevatten wat je ziet. Juist dát fascineert mij en ik wil het vastleggen. De stilte, het licht, de mysterieuze sfeer. Met mijn schilderijen wil ik laten zien hoe ik die ruimte beleef. Hoe het op mij overkomt. Destijds heb ik daarvan een hele serie gemaakt en die verkocht goed, op de PAN in Amsterdam via kunsthandelaar Willem Rueb en in Knokke het Zoute bij galerie Mestdach. Opdrachten zijn vaak heel concreet, maar in mijn vrije werk kan ik veel meer van mijzelf kwijt. Elk werk begint op een notitieblok. Ik noteer wat ik in mijn hoofd heb. Wat is een cirkel? Wat kun je daarmee? Kadans, beweging, vlakverdeling, licht-donker. Je kunt het op zoveel manieren benaderen. Vanuit die eenvoudige vorm wil ik de essentie ontdekken. Ik speel ermee, maak er een verhaal van. Dat kan alle kanten opgaan, af en toe ook driedimensionaal. Ik wil de mensen door mijn ogen laten kijken, laten zien wat ik zie en voel. Mijn werk gaat over verbinding maken, verwantschap zoeken op zielsniveau. Emoties raken waarvan je misschien niet wist dat je ze had. Mijn werk hing op een expositie in Bussum, in een groot landhuis. Een vrouw was zo geraakt door een schilderij dat de tranen over haar wangen rolden. Dat was een bijzonder moment, ook voor mij. Dat mijn taal iemand bereikt en je beiden de verbinding voelt. Deze vrouw werd bij het zien van het schilderij overspoeld door een geluksgevoel. Zij zei: ik kan hier de rest van mijn leven naar kijken. Oorspronkelijk werk is niet aan mode onderhevig. Het overstijgt de tijd. Dat is de kracht.

NIEUWSGIERIG EN VEELZIJDIG
Céline woont nu samen met Kaya, een jonge Hongaarse Vizsla, die geen moment van haar zijde wijkt. Haar grote bruine ogen zoeken voortdurend contact als zij bij ons aan tafel zit in de woonkeuken. Op haar eigen stoel. Met haar ontwapenende gedrag, soms tegen het theatrale aan, neemt zij op geheel eigen wijze deel aan het gesprek.‘Toen ik naar Blaricum kwam, werkte ik in Amsterdam. Ik had een atelier aan het IJ. Ik ging er op de motor naartoe. Zwarte overall, zwarte helm. Heel stoer. Dat was een geweldig leuke tijd. Ik ben getrouwd geweest en heb twee volwassen kinderen. Zij verloren hun vader toen hij 43 jaar was, we waren toen net gescheiden. Daar sta je dan, met twee pubers. Het leven heeft mij gevormd, sterk gemaakt. Er waren ups en downs, maar ik weet mij altijd weer te redden. Met mijn nieuwe vriend kwam ik in Blaricum terecht, aan de Torenlaan.’ Schilderen, beeldhouwen, fotografie, composities van verweerd staal, een enkel object met veel zeggingskracht. Céline beperkt zich niet tot een vaardigheid of een bepaalde manier van werken. Daar is zij veel te nieuwsgierig en veelzijdig voor. ‘Geërodeerd ijzer, oude industriële voorwerpen, machines, banden, apparaten, een berg tandwielen in een hoek. De uitwerking van de tijd op materiaal, die sleetsheid. Ik vind het heerlijk en heel inspirerend.’ Céline voelt de behoefte om met verschillende materialen te werken. Daar vorm aan te geven. ‘Materiaal mag jou niet beperken,’ legt zij uit. ‘Je moet experimenteren, loslaten en proberen. Soms eendimensionaal, soms in 3D. Als kunstenaar moet je jezelf blijven uitdagen.’

 

GEEN FAÇADE
Céline Godfroy is inmiddels een gevestigde naam. Mensen kennen haar werk. Zij exposeert regelmatig door het hele land. Bekend werd zij ook door haar foto’s en schilderijen van oude klompen, die na een werkzaam leven liefdeloos werden afgedankt en vaak in het vuur eindigden. ‘Het verhaal erachter boeit mij,’ zegt Céline. ‘Altijd al. Het is iets authentieks, het heeft
geleefd. Vergankelijkheid is mooi. De schoonheid van dingen zit in de essentie. Sommige dingen zijn mooi zoals ze zijn en hebben verder niets nodig.’ Zoals die oude rijplaat die buiten tegen de schutting staat. Jarenlang intensief gebruik heeft letterlijk sporen nagelaten, maar nu is het een objet ‘d art in de tuin van een kunstenares die er de schoonheid van inziet. ‘Misschien is het een soort oergevoel waardoor ik verliefd kan worden op een versleten rijplaat. Pracht en praal kennen we allemaal,’ zegt Céline. ‘Een mooi huis zegt iets over jou, dat vind je fijn en dat is prima. Ik ga daar wat verder in. Jij woont daar en je bent authentiek. Hoe laat je zien wie je bent? Je kunt heerlijk met je vrienden filosoferen over de kunst die je in huis hebt. Het vertelt iets over de bewoner. Kunst personaliseert, het is geen façade. Je kunt alles achterlaten, maar kunst neem je mee.’

 

error: Content is protected !!